De radioloog
Om de omvang, plaats en vermoedelijke aard van een hersentumor vast te stellen word vaak een radioloog erbij betrokken. De radioloog gebuikt daarvoor zijn radiodiagnostische of beeldvormende technieken . De meest gebruikte beeldvormende technieken zijn daarbij de CT-scan en de verschillende MRI-scans. Deze onderzoeken worden uitgevoerd op de afdeling radiologie door de radiodiagnostisch laborant. De uitkomst van deze foto onderzoeken worden vervolgens beoordeeld door de radioloog. De radioloog is gespecialiseerd is in het beoordelen van deze foto's. De radioloog maakt een verlag van zijn bevindingen en stuurt deze informatie over de beoordeling naar de behandelaar, meestal de neuroloog of neurochirurg, die hem om dit onderzoek heeft gevraagd. De behandelende arts bespreekt vervolgend de uitslag met de patiënt. Hoewel de radioloog dus een zeer belangrijke rol heeft bij de diagnose en monitoring van hersentumoren, heeft hij bijna nooit zelf direct contact met een patiënt.
CT-scan
CT-scan is de afkorting voor ComputerTomografie-scan. Een CT-scan van de hersenen geeft globale informatie over de ruimte die een hersentumor inneemt door verdringing van, verplaatsing van, en ingroei in de hersenen. Na toediening van contrastvloeistof, meestal toegediend via een slangetje met naald in het bloedvat in de elleboogsplooi, kunnen sommige hersentumoren aankleuren. Dit zegt de radioloog (en andere dokters) iets over de aard van de hersentumor.
MRI-scan
MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Een MRI-scan toont de hersenen in meer detail dan een CT-scan en geeft over het algemeen meer informatie over de hersentumor. Vaak wordt bij verdenking op een afwijking in de hersenen als eerste een CT-scan gemaakt. De reden daarvoor is dat CT-scanners meer beschikbaar zijn. Dit omdat er in een ziekenhuis, vooral ook voor verdere behandeling van tal van andere ziektes veel, vaak ook periodiek terugkomende MRI onderzoeken gedaan moeten worden, waarvan een enkel onderzoek ook nog langer duurt dan een CT-scan. Daarnaast is voor de meeste patiënten een CT-scan veel minder belastend juist omdat zo'n onderzoek minder lang duurt en het apparaat veel minder nauw is dan de tunnel waarin een patient voor een MRI geschoven moet worden.
fMRI
Een fMRI staat voor Functionele MRI-scan. De fMRI is qua basis techniek gebaseerd op de hierboven beschreven MRI-scan. Echter met deze verder uitgebreide technieken kunnen hersenactiviteiten via opkleuring in beeld worden gebracht. Bepaalde handelingen van de patiënt tijdens een fMRI maken dat zijn hersenen een energie signaal afgeven en dat signaal wordt door een fMRI vertaald in een kleur op de foto opnamen. Door tijdens de fMRI bepaalde door de arts gevraagde handelingen te doen kan worden bepaald of de hersentumor vlak bij een gebied ligt dat daarbij opkleurt en voor essentiele functies als spraak, taalbegrip, bewegen, gevoel enzovoort gebruikt worden. De locatie van deze hersenfunctie gebieden zijn globaal wel bekend maar bij elk mens wat anders. Deze techniek maakt het mogelijk om het op persoonsniveau in kaart te brengen.
Voor meer informatie zie:
{slider title="CT-scan" open="false" class="icon"}
CT-scan (computertomografie)
Bij een CT-scan wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen voor het afbeelden van de schedel en de hersenen. Er is een duidelijk verschil tussen een CT-scan en een gewone röntgenfoto. Een röntgenfoto is een soort portret waarop men verschijnt in dezelfde houding als waarin men is gefotografeerd, terwijl een CT-scan eigenlijk een doorsnede is door het lichaam die door de computer wordt berekend. De patiënt moet daarvoor zo stil mogelijk liggen op een beweegbare tafel, terwijl het lichaamsdeel waar het om gaat, bijvoorbeeld het hoofd, in de opening ligt van de scanner. In deze opening draait een dunne röntgenstralenbundel rond en maakt zo vanuit verschillende richtingen een aantal röntgenfoto’s van de schedel en hersenen. Uit al deze verkregen röntgenfoto’s wordt dan door de computer een dwarsdoorsnede berekend. Hierna schuift de tafel een eindje verder, zodat een volgende afbeelding kan worden gemaakt.
Een recente ontwikkeling is de Spiraal-CT-scan, die met een zeer snelle CT-scanner wordt gemaakt. Hierbij wordt niet doorsnede voor doorsnede gescand maar wordt een zogenaamde volumescan gemaakt in één doorlopende spiraalvormige beweging van de röntgenstralenbundel. Er kunnen in zeer korte tijd heel dunne dwarsdoorsneden worden gemaakt, waarmee driedimensionale afbeeldingen kunnen worden gereconstrueerd.
Risico’s
Bij de beeldvormende technieken die röntgenstralen gebruiken, zoals de CT-scan, dient er rekening mee te worden gehouden dat de röntgenstralen groeiende weefsels, zoals die van het ongeboren kind, kunnen beschadigen. Dit risico is klein, en wordt afgewogen tegen de noodzaak om het CT-onderzoek te verrichten. Het contrastmiddel dat bij de CT-scan wordt gebruikt bevat jodium. Jodiumhoudende stoffen kunnen een allergische reactie veroorzaken. Mensen met een bekende allergie (bijvoorbeeld hooikoorts) hebben een verhoogde, maar nog steeds kleine, kans op een dergelijke allergische reactie.
Meer informatie over de risico's bij kinderen is te lezen in ons artikel Straling CT-scans bij kinderen verhoogt kans op hersentumor.
Over de gevolgen van straling lees ook ons artikel "Radiotherapie"
{slider title="MRI en fMRI" class="icon"}
Radioloog - MRI
Een MRI onderzoek maakt gebruik van röntgenstralen maar van een sterk magnetische veld en radiofrequentie golven. Net als bij de CT-scan moet de patiënt zo stil mogelijk liggen in een tunnel. De MRI is de tunnel is nauwer en langer dan bij de CT-scan. Sommige patiënten ervaren dit als wat benauwend. Als de patiënt in de MRI ligt kan de achter een glazen raam in een andere kamer zittende radiologie medewerker via een microfoon en speakers praten met de de patiënt. De patiënt krijgt ook nog een schakelaar in de hand krijgt waarmee een bel kan doen afgaan wanneer hij contact wil maken met deze onderzoekers. De patiënt krijgt oordopjes in de oren voor het lawaaierige monotone geluid dat deze machine maakt en in de meeste MRI's kan de patiënt tegenwoordig ook naar de radio luisteren ter afleiding. Een MRI-scan van de hersenen duurt beduidend langer (15-30 min) dan een CT-scan (5-10 min), maar biedt meer gedetailleerde informatie van de hersenen dan een CT-scan.
Een MRI-scan maakt op verschillende manieren foto's van dunne laagjes van de hersenenen, zoals van boven naar beneden en van de ene zijkant naar de andere zijkant. Deze foto's worden opgebouwd uit de verkregen signalen die door de computer van de MRI-scanner worden omgezet. Deze computer kan daarbij de samenstelling van de verschillende weefsels berekenen en ze uittekenen in de vorm van een doorsnede. Ook bij de MRI wordt vaak gebruik gemaakt van contrastmiddel. Na toediening van contrastvloeistof (toegediend via een infuus in een bloedvat in de elleboogsplooi) kunnen sommige hersentumoren aankleuring laten zien. Dit zegt iets over de aard en vooral over de doorbloeding van de hersentumor.
Risico’s
Het magneetveld en de radiofrequente golven zoals die in MRI-scan worden gebruikt zijn niet schadelijk voor de gezondheid. Wel heeft het magneetveld van de MRI scanner een grote aantrekkingskracht op metaal. Er mag daarom geen enkel voorwerp van metaal (haarspeld, sleutels, muntgeld, etcetera) de scannerruimte mee ingenomen worden. Dit geldt ook voor metaal dat zich in het lichaam bevindt, zoals bijvoorbeeld chirurgische clips op bloedvaten of metaalsplinters die tijdens laswerkzaamheden in het oog zijn geraakt. Verder kan het magneetveld pacemakers voor het hart ontregelen. Bij mensen met een pacemaker kan daarom vaak (afhankelijk van de soort pacemaker) geen MRI-scan worden verricht. Veel modern materiaal dat tijdens operaties wordt gebruikt is ongevoelig voor magnetisatie en kan zonder bezwaar in het MRI-apparaat worden gescand. Voorafgaand aan het betreden van de MRI-scannerruimte dient echter altijd zeker te worden gesteld dat eventueel in het lichaam aanwezig metaal ongevoelig is voor magnetisatie.
Bij sommige mensen is er is een kleine kans op een allergische reactie op het contrastmiddel dat voor dit onderzoek wordt toegediend. Deze kans is vele malen kleiner dan die bij het toedienen van het contrastmiddel voor de CT-scan.
Nader onderzoek in de MRI-scanner
Met een MRI-scan kan de aard van het weefsel nog nader worden onderzocht met behulp van speciale MRI technieken, zoals MR spectroscopie (MRS) en perfusie MRI (pMRI). Met MRS wordt gekeken naar de aanwezigheid van bepaalde stoffen in verhoogde concentraties in de afwijking op de MRI, wat kan wijzen op de aanwezigheid van een tumor. Met pMRI wordt gekeken naar de doorbloeding van de hersentumor, die bij sommige tumoren heel hoog is en bij andere juist laag..
Een functionele MRI (fMRI) is een uitgebreidere MRI-scanner waarmee ook nog de functie van bepaalde hersengebieden in beeld kunnen worden gebracht. Door tijdens het onderzoek de patiënt bepaalde opdrachten te laten uitvoeren (b.v. het bewegen van de vingers of het benoemen van plaatjes). Met diffusie tensor imaging (DTI) tenslotte, worden de vezelbanen in de hersenen in beeld gebracht, die de diverse gebieden binnen de hersenen met elkaar verbinden. Zowel fMRI en DTI onderzoek is van belang voor het precies lok aliseren van de functioneel belangrijke gebieden voorafgaand aan een eventuele hersenoperatie.
Ontwikkelingen MRI-apparatuur
De laatste jaren volgen de ontwikkelingen in dit soort medische apparatuur zich razendsnel op, gedreven door de grote commerciële fabrikanten van deze zeer kostbare scanners. Naarmate deze apparatuur beter wordt wordt de behoefte aan een risicovolle biopsie of operatie voor het snel afnemen van een stuk hersentumorweefsel voor onderzoek door een patholoog om een goede hersentumor classificatie te krijgen steeds kleiner. Lees hierover bijvoorbeeld ons artikel "Nieuwe MRI mogelijk revolutie in hersentumor diagnose en behandeling"
{slider title="Andere (niet radiologisch) onderzoek" class="icon"}
Een EEG meting
Een EEG meting is een grafische weergave van de elektrische hersenactiviteit. Middels een EEG kan aangetoond worden of er sprake is van afwijkingen in de hersenactiviteit. Wanneer de hersenactiviteit verstoord is, bijvoorbeeld door de epilepsie waar hersentumor patiënten vaak mee te maken krijgen, kan het ÉEG afwijkend zijn.
De hersenen zijn voortdurend bezig met het verwerken van informatie. Dit gaat gepaard met wisseling van elektrische activiteiten in de hersenen (hersenactiviteiten genoemd). De EEG-elektroden meten de hersenactiviteiten in de vorm van elektrische stroompjes en kunnen daarom zeer kleine veranderingen in de hersenactiviteit zien.
Het onderzoek
Een EEG is een eenvoudig en vrijwel pijnloos onderzoek. Het duurt zo'n 20 minuten. De EEG-laborant prakt met een soort gel of lijm tussen de 22 en 28 kleine metalen plaatjes (elektroden) op uw hoofdhuid vast. De patiënt dient heel stil te blijven liggen terwijl hij met zijn hoofd met draadjes aan het EEG-toestel verbonden is. Dit toestel zet dan de sigalen van de hersenen in golvende lijnen om die op een computerscherm zijn te zien.
Een goede uitleg met algemene informatie over EEG onderzoek kan o.a. in dit filmpje van het UMC Utrecht worden bekeken.
{/sliders}