Neurochirurgie, hersentumor operatie
Patiënten die klachten en symptomen hebben die passen bij het hebben van een hersentumor komen meestal in eerste instantie bij hun huisarts. Deze kent de symptomen en wanneer hij denkt dat er sprake kan zijn van een hersentumor wordt de patiënt doorverwezen naar het ziekenhuis. Een andere groep patiënten die mogelijk een hersentumor kunnen hebben komen via de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. In het ziekenhuis komen ze in eerste instantie terecht bij de neuroloog. Bij een sterk vermoeden van een hersentumor geeft een CT- of MRI-scan al veel informatie over de tumor: de lokalisatie in de hersenen, de grootte van de tumor en de mate waarin deze tumor ingroeit in de hersenen (infiltratie) of de hersenen verdringt (massawerking). Maar een CT- of MRI-scan geeft geen absolute zekerheid over de aard van de tumor: Is de tumor goed- of kwaadaardig? Uit welke cellen is de tumor ontstaan? De aard van de tumor is bepalend voor de kans op genezing en voor de noodzaak van een eventuele verdere behandeling met radiotherapie of chemotherapie. Om de aard en het van een hersentumor vast te leggen zal de neuroloog de patiënt verwijzen naar de neurochirurg om minstens een klein stukje van de tumor te verwijderen.
De drie redenen dat een patiënt bij een neurochirurg komt voor een hersentumor operatie zijn over het algemeen: het stellen van de diagnose, het bestrijding van klachten of ter behandeling van de tumor.
- Diagnose: Het best is het om allereerst is het nodig om tumorweefsel te krijgen dat in het laboratorium onder een microscoop onderzocht wordt om de precieze aard van de tumor vast te stellen. De aard van de tumor is veelal zeer bepalend voor de kans op genezing en voor de noodzaak van een eventuele verdere behandeling met radiotherapie, chemotherapie of een combinatie
- Bestrijding van klachten: De klachten van een hersentumor patiënt worden voor een deel veroorzaakt door groei in de hersenen (infiltratie) en voor een deel door de verdringing van de hersenen (massawerking). Het verwijderen van de tumor of een deel van de tumor geeft vrijwel meteen een vermindering van de massawerking, en kan een snelle verbetering van de klachten veroorzaken
- Behandeling van de tumor: Bij de meeste hersentumor gevallen is het wenselijk dat de neurochirurg zo veel mogelijk van de tumor, en als het enigszins kan, de hele tumor verwijdert. Een volledige verwijdering is soms niet wenselijk omdat de tumor in de buurt ligt van hersendelen die van levensbelang zijn en niet beschadigd mogen worden. Bij een kwaadaardige hersentumor is een volledige verwijdering van de hersentumor vaak niet goed mogelijk.
Het is in de meeste gevallen nodig om de aard van een hersentumor vast te stellen met een weefseldiagnose. In uitzonderlijke gevallen kan worden volstaan met een radiologische diagnose, bijvoorbeeld als de aard van de hersentumor zeer duidelijk is, of als het nemen van een biopsie te gevaarlijk is, als gevolg van de plaats van de tumor in de hersenen. Bij een meningeoom dicht tegen de schedelbasis of een oogzenuw is het radiologisch beeld vaak kenmerkend, en brengt een operatie soms teveel risico’s met zich mee. Bij tumoren in de hersenstam kan een biopsie erg gevaarlijk zijn, en zal vaak worden afgezien van een weefseldiagnose. Meestal worden deze patiënten op basis van een combinatie van klachten, symptomen en kenmerkende CT- of MRI-scams zonder operatie direct doorverwezen voor bestraling, chemotherapie of een combinatie van dezen.
Naast een operatie om hersentumor weefsel te verkrijgen, kunnen soms ook andere neurochirurgische operaties noodzakelijk zijn bij hersentumor patiënten.
{slider title="Zorg rondom de operatie" open="false" class="icon"}
{slider title="De hersentumor operatie" open="false" class="icon"}
De hersentumor operatie
In 1923 was de eerste succesvolle hersentumoroperaite. De twee belangrijkste redenen voor een hersentumor operatie zijn:
- Het stellen van de juiste diagnose via weefselonderzoek (dit wordt biopsie genoemd).
- Het verwijderen van (zoveel mogelijk) tumor ter bestrijding van de hersentumor en zijn klachten
In veel gevallen gebeurt ook beide tijdens één grote operatie. Zo'n operatie wordt ook wel craniotomie genoemd. Zowel bij een craniotomie als bij een biopsie kan neurochirurgie gebruik maken van verschillende technieken en hulpmiddelen: neuronavigatie, stereotactisc frame, awake craniotomie en echografie. Hierover is meer informatie te vinden op deze site.
{slider title="Voorkomen en behandelen van complicaties" class="icon"}
Voorkomen en behandelen van complicaties
Bij een hersenoperatie is een belangrijke taak van de neurochirurg het voorkomen en behandelen van eventuele complicaties die daarbij kunnen optreden. Deze complicaties kunnen worden veroorzaakt door de hersentumor zelf, maar ook door de behandeling. In dit artikel beschrijven we een aantal van die complicaties en maatregelen om deze complicaties tegen te gaan.
De neurochirurg zal met de patiënt bespreken welke risico’s er in zij/haar geval van toepassing zijn. Als de patiënt rookt, dan is een belangrijke algemene maatregel die de patient zelf zou moeten nemen om complicatiekansen te verlagen, het stoppen met roken.
Neurochirurgische complicaties en maatregelen
Hersenoedeem
Hersenweefsel is erg week en sponsachtig. Na geringe beschadiging daarvan kunnen de hersenen makkelijk opzwellen, net zoals bijvoorbeeld een gekneusde enkel ook gaat zwellen. Deze zwelling van de hersenen staat bekend als hersenoedeem.
Hersenoedeem kan door twee redenen ontstaan:
- als een ontstekingsverschijnsel om de hersentumor
- door beschadiging tijdens de operatie
Bij het genoemde voorbeeld van een enkelblessure heeft de zwelling geen ernstige gevolgen. Het is dan even lastig en heet wat tijd nodig om te genezen maar het is niet echt een probleem, ook al zou de voet niet meer in de schoen passen. Bij de hersenen ligt dat wel even anders. Als de hersenen door oedeem opzwellen geeft de schedel niet mee en loopt de druk daar op. Hersenoedeem veroorzaakt daarom al snel hoofdpijn, misselijkheid en braken. Wanneer het oedeem ernstiger wordt kunnen bepaalde hersenfuncties in de knel raken. In extreme gevallen kan hierdoor een levensbedreigende situatie ontstaan waarbij de hersenstam ingeklemd raakt, en het bewustzijn en zelfs de ademhaling van de patiënt bedreigd wordt.
Om hersenoedeem tegen te gaan worden patiënten behandeld met bepaalde medicijnen, met name Dexamethason. Soms is er zelfs een nieuwe operatie nodig om ernstig oedeem en beklemming van de hersenen te behandelen.
Wondinfectie
De symptomen zijn:
- roodheid
- zwelling
- kloppende pijn
- warm aanvoelen van de operatiewond
Enige roodheid en zwelling zijn gewoon, omdat ze de tekenen zijn van de weefselreactie op de operatie. Hoewel altijd de uiterste zorg wordt besteed aan het voorkomen van infecties tijdens een operatie, blijkt dit helaas niet altijd te vermijden. Dit komt met name voor bij langdurige of gecompliceerde operaties, bij het inbrengen van lichaamsvreemd materiaal zoals bijvoorbeeld een shunt en verder bij mensen met een verlaagde weerstand tegen infecties. Uiteraard worden er maatregelen tegen genomen die in de meeste gevallen effect hebben.
Lekkage van liquor (hersenvocht)
Er kan hersenvocht, liquor genoemd, gaan lekken doordat er tijdens de open een verbinding wordt gemaakt met de liquorruimte. Vele neurochirurgische hersentumor operaties vinden plaats binnen de liquorruimte. Meestal lukt het om na afloop van de operatie door het zorgvuldig sluiten van de wond lekkage van hersenvocht te voorkomen. Liquor lekkage is echter soms niet te vermijden, bijvoorbeeld als delen van de hersenvliezen die de liquorruimte omsluiten bij de operatie moeten worden verwijderd. De gemaakte open verbinding heeft het risico dat een infectie de liquorruimte bereikt. Er ontstaat dan hersenvliesontsteking, meningitis genoemd. Dit is een ernstige toestand die door behandeling met antibiotica wel bijna altijd snel te genezen is. Voor de effectieve behandeling van liquor lekkage moet soms het vocht via een drain in de rug (een lumbale drain) worden afgevoerd terwijl de patiënt dan bedrust moet houden. In sommige gevallen is een operatie noodzakelijk om de lekkage op te kunnen heffen.
Functie-uitval
Na een hersentumor operatie kan er soms sprake van uitval zijn, die in veel gevallen slechts tijdelijk zijn. Uitval van hersenfuncties na een operatie zoals verlamming zijn veelal het gevolg van oedeem van het zenuwweefsel. De functie herstelt zich heel vaak weer wanneer het hersenoedeem na enige dagen verdwenen is. Helaas is er soms sprake van blijvende functie-uitval door onherstelbare schade aan de hersenen.
Nabloeding in het operatiegebied
Nabloedingen dragen net als hersenoedeem het risico mee dat ze een beknelling/inklemming van vitale hersengebieden kunnen geven. Hoewel de neurochirurg aan het einde van de operatie met zijn operatie assistenten de uiterste zorg zal besteden aan de bloedstelping, kunnen toch nabloedingen optreden. Soms is het dan nodig om via een nieuwe operatie de bloeduitstorting te verwijderen en de nabloeding tot stilstand te brengen. Er zijn patiënten die op doktersvoorschrift regelmatig bloedverdunners gebruiken, bijvoorbeeld na een voorafgaande trombose of TIA (doorbloedingsstoornis van de hersenen) of wegens hartafwijkingen. Omdat hierdoor tijdens of na een hersenoperatie bloedingen kunnen ontstaan die levensbedreigend kunnen zijn, dient het gebruik van bloedverdunners onvoorwaardelijk aan de behandelende arts (neurochirurg en/of anesthesist) te worden gemeld en zal men daar ook naar vragen. Dit zodat het gebruik tijdig kan worden gestaakt of het effect geneutraliseerd hetgeen vaak in goed overleg met de arts die het gebruik heeft voorgeschreven gebeurt. Een ander middel dat de bloedstolling ernstig blijkt te verstoren is Aspirine, het gebruik van Aspirine dient daarom ongeveer 10 dagen voor de operatie gestopt te zijn.
Epilepsie
Epilepsie kan zowel als gevolg van de hersentumor als als gevolg van de operatie optreden. Als dit het geval is voordat een operatie plaatsheeft, dan heeft de patiënt daar waarschijnlijk al anti-epileptica medicijnen hiertegen gekregen van de neuroloog. Deze medicijnen moeten worden door gebruikt na de operatie. Epilepsie kan ook als nieuw verschijnsel optreden na de operatie, dan zullen er medicijnen tegen epilepsie moeten worden gestart.
Overige mogelijke complicaties
Trombose: Operatiepatiënten en patiënten die langdurig in bed liggen hebben een verhoogd risico om trombose in de aders van het bekken en de benen te ontwikkelen (trombosebeen). Ter preventie van trombose krijgen alle operatiepatiënten een vorm van trombosepreventie, bijvoorbeeld het antistollingsmiddel fraxiparine en/of speciale elastische kousen. Het risico van een trombosebeen is dat een stolsel losraakt en de grote bloedvaten in de longen verstopt waardoor er embolie optreedt.
Longontsteking: Bedlegerige patiënten hebben een verhoogde kans op longontsteking omdat ze niet goed door kunnen ademen. Ook patiënten met longaandoeningen hebben hierop een verhoogd risico. Om dit te voorkomen worden ze meestal met fysiotherapie behandeld. Het lukt gelukkig bijna altijd om de longontsteking te genezen.
Blaasontsteking: patiënten die een operatie ondergaan van meer dan 2 uur krijgen een katheter om de urine af te voeren tijdens de operatie. In veel gevallen wordt deze katheter ook na de operatie nog enige tijd gebruikt. Een blaasontsteking kan snel optreden bij het gebruik van een katheter. Daarom zal een katheder liefst zo snel mogelijk worden verwijderd. Als een blaasontsteking optreedt, dan is dit meestal wel weer eenvoudig met antibiotica te bestrijden.
{/sliders}