Omgaan met epilepsie - Gegeneraliseerde (grote) aanvallen
Gegeneraliseerde (grote) aanvallen
Een gegeneraliseerde aanval is een grote epileptische aanval, waarbij grote gebieden van de hersenen betrokken zijn. Bij deze aanvallen treedt altijd bewustzijnsverlies op. De persoon heeft geen herinnering aan het gebeurde. Hij of zij voelt tijdens de aanval geen pijn. Een gegeneraliseerd insult kan primair of secundair zijn. Een secundair gegeneraliseerde aanval is een insult dat volgt op een partiële aanval. Beiden soorten gegeneraliseerde aanvallen hebben dezelfde verschijnselen.
De grote aanval bestaat uit drie fasen:
- Tonische fase: Deze fase duurt ongeveer een halve minuut. Alle spieren van het lichaam worden aangespannen. Ook de borstspieren worden samengetrokken en hierdoor wordt de lucht naar buiten geperst. Dit klinkt soms als een schreeuw. Door de verkramping van de borstkas kan de patiënt blauw aanlopen. Slikken is tijdelijk niet mogelijk, dus hoopt zich speeksel op in de mond- en keelholte.Door het plotseling aanspannen van de kaakspieren kan de tong bekneld raken tussen de tanden, men noemt dit een tongbeet.
- Clonische fase: Deze fase duurt meestal een halve tot anderhalve minuut. Tijdens deze fase ziet men vaak schokkende bewegingen van armen, benen en/ of gelaat veroorzaakt door een afwisselend aan- en ontspannen van de spieren. De ademhaling komt weer op gang en soms ziet men het opgehoopte speeksel, mogelijk vermengd met wat bloed door een tongbeet, schuimend uit de mond komen.
- Verslappingsfase: Geleidelijk nemen de schokken af tot het hele lichaam ontspannen is. De persoon ziet bleek en de ademhaling is vaak diep en rochelend. Soms is er sprake van urineverlies, soms is men misselijk. De ene persoon komt snel bij kennis, de ander heeft langere tijd nodig om weer tot zichzelf te komen. In die fase kan er tijdelijke verwardheid bestaan. Vaak klaagt men na de aanval over hoofdpijn en vermoeidheid.